Anders- & meertaligheid
Bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is het vaak de taalvaardigheid; grote woordenschat, het taalbegrip en de zinsopbouw, kortom de taalontwikkeling, waardoor hun voorsprong duidelijk wordt. Vanuit daar wordt gekeken naar de cognitieve (denk)ontwikkeling van het kind en de overige kennis- en ontwikkelgebieden.
Wanneer we de informatie meenemen die in de stukken hierboven beschreven staat, kunnen we aannemen dat het dus zeer lastig is om bij anderstalige kinderen een ontwikkelingsvoorsprong te signaleren aan de hand van hun taalontwikkeling. Een andere manier van signaleren is in deze dus wenselijk.
Een onderzoek van Jim Cummins uit 1979; Duncan uit 2016 en Swain uit 1981 toont aan dat het hebben van een meertalig brein een grotere kans op het hebben van een ontwikkelingsvoorsprong geeft.
Zie bijlage 1: IJsbergmodel
Onder andere het bovenstaande heeft voor mij gediend als een motivatie achter het samenstellen van een gericht signaleringsdocument voor anderstalig- en meertalige kinderen: ‘"Hulpmiddel voor het signaleren van anders- en meertalige kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong’. (Binnenkort te koop via de website van 'Ëxpertgroep Ontwikkelingsvoorsprong'
Belangrijk om aan te geven vind ik dat het gehele signaleren uiteraard niet afhangt van een signaleringslijst. Dit dient als een hulpmiddel. Ook achtergrondinformatie vanuit ouders is van onschatbare waarde.
Ijsbergmodel: Geeft meer inzicht in hoe meerdere talen zich verhouden tot elkaar en voortdurend met elkaar in verbinding zijn.
Uit deze onderzoeken is naar voren gekomen dat het meertalig brein cognitief veel voordelen heeft op het eentalig brein.
Zo blijkt dat meertalige kinderen beter presteren op tests die de executieve functie meten (plannen, organiseren en het uitvoeren van taken). Tran (2019) en Stocco (2014) voegen daaraan toe dat dit specifiek gaat om selectieve aandacht, cognitieve flexibiliteit en inhibitie (het kunnen buitensluiten van omgevingsprikkels).
Zowel meertaligheid als cultuur lijkt van invloed op de ontwikkeling van deze executieve vaardigheden.
Dit executief functioneren wordt als belangrijk geacht bij het aanleren van nieuwe vaardigheden en wordt gezien als een voorspeller van academisch succes volgens Viterbori (2015).